”Vroeger was alles beter.” Nee hoor. Zo’n tien jaar geleden waren er nog een hoop beroepsgroepen waarvoor alleen mannenwerkkleding beschikbaar was. Vooral bij technische functies werd er geen rekening gehouden met de kleding voor het vrouwelijk personeel. Vrouwen die het beroep uitoefenden moesten maar de kleding dragen dat was gemaakt voor de andere sekse. Dit betekende dat broeken meestal waren aangesloten bij de taille, maar te strak zaten op de heupen. Het alternatief was om een maat groter te dragen zodat hij goed zat op de heupen, maar weer te ruim in de taille.
Een ontwikkeling om toe te juichen
Inmiddels zijn we een paar jaar verder en gelukkig ook een paar jaar wijzer. Steeds meer producenten van werkkleding hebben een lijn voor dames. Veel is het nog niet. Vaak bestaat de volledige collectie uit slechts tien tot twintig procent dameskleding. Maar het is een begin, een proces dat moet groeien. Hoe meer vrouwen werken in branches die oorspronkelijk door mannen werden gedomineerd, hoe meer dameskleding er gemaakt zal worden. Ze zullen wel moeten. Want wie geen dameskleding aanbiedt, die verliest klanten. Vooral omdat de concurrent het wel heeft. Soms zelfs meer dan dat. Denk bijvoorbeeld aan zwangerschapskleding voor vrouwen in technische beroepen. Ook komen er steeds meer bedrijven bij die zich exclusief focussen op dameswerkkleding.
Ik kan niet anders dan deze ontwikkeling toejuichen. Mannen en vrouwen hebben nu eenmaal een ander lichaam en daarom andere kleding nodig. Maar inmiddels is er een nieuwe trend opgestaan. Die van genderneutrale bedrijfskleding.
Niet vrouw of man, maar non-binair
Het was Justin Wetherell die recent het wereldwijde nieuws behaalde door hier aandacht voor te vragen. De als vrouw geboren medewerkster moest tijdens het werk als stewardess bij Alaska Airlines dameskleding dragen. Daar was Wetherell het niet mee eens omdat zij zich niet vrouw of man voelt, maar non-binair.
De American Civil Liberties Union, een organisatie die zich inzet voor de rechten van Amerikaanse burgers, oordeelde dat het bij wet verboden is om personeelsleden te dwingen om mannelijke of vrouwelijke bedrijfskleding te dragen. Vervolgens lanceerden verschillende organisaties, waaronder een IJslandse luchtvaartmaatschappij en een theater in London, genderneutrale bedrijfskleding.
Lekker inclusief
Het klinkt allemaal heel hip en modern. Genderneutrale bedrijfskleding. Lekker inclusief en dus voor iedereen toegankelijk. Maar met genderneutrale bedrijfskleding creëer je vooral problemen. Problemen die vergelijkbaar zijn met die van tien jaar geleden, toen vrouwen genoegen moesten nemen met herenkleding. Want door geen rekening te houden met verschillende lichaamsvormen neem je één van de belangrijkste functies van bedrijfskleding weg, namelijk: ondersteuning. Deze kleding zou ondersteunend moeten zijn aan het werk dat de persoon uitvoert. En kleding dat niet aansluit zal eerder in de weg zitten en daarmee het werk moeilijker maken. Met alle veiligheidsrisico’s van dien.
Als we een voorbeeld nemen aan de genderneutrale kleding van luchtvaartmaartschappij PLAY, dan komt het vooral neer op rechte lijnen. Dit sluit niet aan op het lichaam. Zeker niet op vrouwelijke rondingen.
Genderneutrale bedrijfskleding is een stap achteruit
Genderneutrale werkkleding heeft dan ook één voordeel en dat is dat het een kostenbesparing is voor de werkgever. Er hoeft niet meer nagedacht te worden over het (vrouwelijk) lichaam, want iedereen mag hetzelfde aan. Lekker makkelijk. Maar daarmee nemen een stap achteruit, een stap terug in de tijd. Weg ondersteuning, uitstraling en comfort. Wie er echt voor zijn medewerkers wil zijn, die kan beter het keuzebeleid aanpassen. Laat mannen en vrouwen zelf kiezen welke bedrijfskleding ze willen dragen. Als iemand liever een mannelijke blazer combineert met een vrouwelijke pantalon, dan is dat prima. Want iedereen en elk lichaam is anders. Het wordt tijd om dit te respecteren.
Groetjes,
Aileen
