Helft van de bouwvakkers vindt dat PBM’s beter kunnen

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) zoals helmen, handschoenen en werkschoenen zouden de werkplaats veiliger moeten maken. Toch blijkt uit onderzoek onder bouwvakkers uit 14 Europese landen dat de helft het gevoel heeft dat deze middelen hen onvoldoende beschermen. Van de ondervraagden voelt slechts 35% zich volledig veilig op de bouwplaats. Ook blijken PBM’s soms helemaal niet te worden gedragen.

Waar gaat het precies mis en welke factoren spelen hierin een rol? In dit artikel leg ik verschillende onderzoeken naast elkaar en ga ik op zoek naar de oorzaken en mogelijke oplossingen.

Helft van de bouwvakkers vindt dat PBM's beter kunnen
Foto: Eric Wang – Unsplash

Helft van de bouwvakkers vindt dat PBM’s beter kunnen

Het rapport Building a safer future, dat Milwaukee deze maand publiceerde, liegt er niet om. Uit dit onderzoek blijkt dat 52% van de medewerkers in de bouw tussen de 1 en 5 ernstige ongevallen heeft meegemaakt. Voor 11% gaat het zelfs om 6 tot 20 ernstige incidenten. Vergeleken met andere sectoren heeft de bouw bovendien een relatief hoog aantal dodelijke ongevallen. De sector was in 2022 verantwoordelijk voor 22,9% van alle werkgerelateerde, fatale incidenten in Europa.

Volgens de respondenten van het onderzoek zijn slechte Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM’s) een van de oorzaken van deze hoge cijfers. Ze zouden onvoldoende bescherming bieden tijdens het werk. En dat is ook niet zo gek wanneer je leest dat 47% van de bouwvakkers weleens eigenhandig deze PBM’s heeft moeten aanpassen. Denk aan het boren van gaten in helmen omdat de bevestigingsmaterialen niet passen of het aanpassen van HiVis-vesten. Daarom is 48% van de ondervraagden van mening dat de PBM’s verbeterd moeten worden. Toch is de oplossing niet zo simpel als het lijkt.

 

Bereidheid onder bouwvakkers om PBM’s te dragen

Naast het eigenhandig aanpassen van PBM’s om functionaliteit of comfort te verbeteren, worden de beschermingsmiddelen soms ook helemaal niet gebruikt. De redenen hiervoor lopen uiteen. Zo zijn er landen zoals Hong Kong, Nigeria, Libanon, Pakistan en China waar medewerkers op bouwplaatsen weinig tot geen PBM’s van hun werkgevers ontvangen. Deze mensen moeten de middelen dus zelf kopen, wat ten koste gaat van hun inkomen. Wie weinig te besteden heeft, zal ook minder snel investeren in PBM’s.

Uit meerdere studies is gebleken dat PBM’s ook weleens niet worden gebruikt terwijl de middelen wel beschikbaar zijn. Een van de argumenten hiervoor is dat PBM’s het werk vertragen. Vooral het valharnas zou ervoor zorgen dat het werk minder snel gaat, waardoor dit weleens niet wordt gedragen—terwijl zo’n harnas een hoop ellende kan voorkomen. Ook de weersomstandigheden blijken van invloed te zijn op de keuze om PBM’s wel of niet te dragen. Zo zorgt het beslaan van veiligheidsbrillen tijdens warme dagen ervoor dat het zicht zonder bril aanzienlijk beter is dan wanneer deze wel wordt gedragen.

Hoe moeten werkgevers er dan voor zorgen dat medewerkers de PBM’s wel dragen? Er zijn onderzoekers die van mening zijn dat het gebruik van PBM’s gekoppeld moet worden aan een straf-en beloningssysteem. Een studie uit het Midden-Oosten heeft laten zien dat dit effectief kan zijn. Zo zouden er op de bouwplaats minder ongevallen plaatsvinden wanneer medewerkers worden gestraft indien zij geen PBM’s gebruiken. Maar uit studies in onder meer Amerika en Canada is juist gebleken dat je hiermee op de werkvloer het tegenovergestelde effect bereikt. Bedrijven die dit soort prikkels gebruiken zouden juist meer ongevallen hebben dan bedrijven die dit niet doen. 

 

Factoren die een rol spelen

Het feit dat de bevindingen in verschillende delen van de wereld uiteen lopen is niet zo gek. Je kunt menselijk gedrag immers niet zomaar in een hokje stoppen. Uit onderzoek is gebleken dat er elf factoren zijn die invloed hebben op het gebruik van PBM’s op de bouwplaats. Naast kennis over de veiligheidsprocedures, opleiding, ervaring, trainingen en de waargenomen risico’s spelen er ook zaken mee die wij met het blote oog niet kunnen zien. Denk bijvoorbeeld aan prestatiedruk, psychologie en zelfrespect. In sommige werkomgevingen wordt het bewust nemen van risico’s zelfs als iets stoers gezien. Wie wél beschermingsmiddelen draagt, loopt het risico om geplaagd te worden.

Daarnaast blijken ook de plek in de organisatie en baanzekerheid een belangrijke rol te spelen. Onderzoek wijst uit dat medewerkers van onderaannemers minder vaak PBM’s dragen dan die van de hoofdaannemer. Degenen die voor de hoofdaannemer werken, willen vaak langer bij het bedrijf blijven en zijn daardoor meer geneigd zich aan de regels te houden. Terwijl het werk voor medewerkers bij de onderaannemer vaak tijdelijk is, waardoor zij over het algemeen de regels iets minder nauw nemen.

Tenslotte is er nog een factor die uit een onverwachte hoek komt. De thuissituatie speelt namelijk ook nog een rol bij het gebruik van PBM’s. Volgens onderzoekers uit Hongkong hechten oudere, getrouwde medewerkers of mensen met afhankelijke familieleden meer waarde aan veiligheid op het werk dan jonge, alleenstaande medewerkers. Qua leeftijd zag men een groot verschil bij 30 jaar. Medewerkers die ouder waren dan 30 hechten vaak meer waarde aan veiligheid op het werk dan diegene die jonger waren.  Dit gold ook voor het opleidingsniveau. Medewerkers met een hogere studie gebruikten vaker PBM’s dan diegene met een lagere opleiding.

 

Pasvorm en wetgeving 

Toch is het te simpel om te concluderen dat mensen in de bouw simpelweg veilig zijn wanneer ze beschermende middelen dragen. Want ben je niet veilig omdat je geen PBM’s draagt? Of draag je geen PBM’s omdat ze niet goed passen en je daardoor veiliger bent zonder deze middelen? Het lijkt een kip-en-ei-verhaal.

Wie anno 2025 de werkplek veiliger wil maken, zal verder moeten kijken dan enkel de normen die beschermende middelen voorschrijven. Als bovenstaande onderzoeken iets duidelijk hebben gemaakt, dan is het wel dat alleen de beschikbaarheid van beschermende middelen niet voldoende is. Er is ook niet één methode die op iedere bouwplek, overal ter wereld, zal helpen. Toch komen in de onderzoeken telkens een aantal dezelfde aanbevelingen naar voren. Het management zal het goede voorbeeld moeten geven, maar ook trainingen en een werkomgeving creëren die mentale veiligheid biedt. Zodat er gesproken kan worden over het belang van deze middelen, inclusief ruimte om aan te geven wanneer ze niet goed passen. Want net zoals bij dames werkkleding worden klachten veel te makkelijk weggezet als ‘gezeur.’ 

Daarom heeft Amerika begin januari de regels rondom beschermende middelen in de bouw aangepast. Hier heb ik recent nog over geschreven in mijn column voor NAUMD. In plaats van dat de middelen moeten passen bij het werk, staat er nu dat de middelen moeten passen bij de persoon. Het is slechts één zin, maar het herinnert ons wel aan het doel van PBM’s. Ze heten niet voor niets Persoonlijke Beschermingsmiddelen. Ze zijn persoonlijk en moeten een mens beschermen. Dus moet er ook naar mensen gekeken worden en niet alleen naar regels.

Groetjes,

Aileen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

CommentLuv badge