De mensenrechtencommissaris heeft in Australië bepaald dat een school meisjes mag verplichten om een rok te dragen. In een tijd waarin gendergelijkheid en inclusiviteit centraal staan, is dit toch een opvallende uitspraak. Waarom moeten kinderen zich blijven kleden volgens gedateerde normen, terwijl volwassenen bij bedrijfskleding wél keuzevrijheid genieten? Een volwassen persoon mag je volgens de wet immers niet dwingen om op basis van gender een kledingkeuze te maken. En wat voor gevolgen heeft dit voor kinderen die wél gedwongen worden om kleding te dragen die gekoppeld is aan een geslacht? Ik ben erin gedoken.

Extra kosten, discriminatie en ongemak door schooluniformen
Bovenstaande discussie laaide op toen een vader de school van zijn dochter bekritiseerde. De Australische school zou volgens hem discrimineren omdat meisjes tussen 7 en 12 jaar verplicht zijn om bij formele gelegenheden een rok te dragen. Het ging hierbij om uitstapjes, ceremonies, evenementen en momenten waarop foto’s werden gemaakt. Bij het Queensland Civil and Administrative Tribunal zei hij dat er daardoor onnodig extra uitgaven gedaan moesten worden. Er moesten immers twee uniformen gekocht worden, terwijl jongens altijd broeken mochten dragen en dus niet verplicht waren om twee uniformen te kopen.
Volgens de vader zorgde de rok voor negatieve psychologische effecten zoals genderstereotypen en gendermachtsverhoudingen. Ook zou zijn dochter stress en angst hebben ervaren wanneer ze in het bijzijn van veel mensen een rok moest dragen. Volgens het meisje moest ze tijdens het dragen van een rok meer nadenken over hoe ze zich bewoog of zat. Want bij bepaalde bewegingen is er een kans dat ze meer van zichzelf liet zien dan wenselijk was.
In eerste instantie was de klacht bij de school ingediend. Als reactie hierop kreeg het meisje te horen dat ze een formele vrijstelling kon aanvragen zodat ze geen rok meer hoefde te dragen. Maar omdat dit ook discriminerend was richting de andere leerlingen, weigerde zij deze in te dienen.
Andere meisjes dragen wel graag een rok
Tijdens de zaak gaf de advocaat van de school aan dat andere ouders hier niet over hadden geklaagd. Bovendien had de school rokken te leen, speciaal voor leerlingen die deze niet wilden aanschaffen. Deze rokken zouden lang genoeg zijn om de grond te raken wanneer het meisje knielde, en als ze zich alsnog oncomfortabel voelde, mocht ze er een bikerbroekje onder dragen.
QCAT-lid Jeremy Gordon oordeelde dat het beleid van de school niet discrimineert.
“Het bewijs is onvoldoende om aan te tonen dat het formele uniformbeleid resulteerde in, of zou hebben geleid tot, een minder gunstige behandeling van de klager als vrouwelijke student ten opzichte van mannelijke studenten. (…) Er was een verschillende behandeling tussen de geslachten, maar het bewijs toont niet aan dat de verschillende behandeling ongunstig was voor de klager,” aldus Gordon.
Daarnaast gaf hij aan dat de school voldoende bewijs had geleverd dat andere meisjes wél graag een rok droegen. Zij deelden de mening van de aanklager dus niet.
Hoe schooluniformen discrimineren en toch zijn toegestaan
Nu zou je kunnen zeggen dat de mensenrechtencommissaris gelijk heeft. De school heeft immers een oplossing geboden. Zowel de financiële als lichamelijke ongemakken zouden hiermee weggenomen kunnen worden. Ze kan een vrijstelling aanvragen of een leenrok krijgen, waar ze ook een broekje onder mag dragen.
Toch heeft de vader zich hier niet bij neergelegd, en dat vind ik een goede zaak. Want waar vrouwen zich vroeger maar moesten voegen naar de maatschappelijke normen, doen zij dit tegenwoordig niet meer. En dat is maar goed ook. Want daardoor zijn de rechten voor vrouwen alleen maar verbeterd. En dat geldt zeker voor discriminatie op basis van geslacht. Vroeger werden vrouwen ontslagen wanneer ze gingen trouwen en uitgesloten van leidinggevende functies. Het waren allemaal zaken die hen belemmerden in hun persoonlijke ontwikkeling en vrijheden.
In 2021 deed de American Civil Liberties Union (ACLU) een uitspraak die opnieuw liet zien hoe geslacht je vrijheid kan beperken. Een non-binaire medewerker van Alaska Airlines had namelijk een klacht ingediend bij de organisatie die opkomt voor vrijheden en rechten van Amerikaanse burgers. De klacht ging over het feit dat de luchtvaartorganisatie medewerkers verplichtte om te kiezen tussen een mannelijk of vrouwelijk uniform. En aangezien de klager zich niet kon identificeren met één geslacht, was de medewerker het hier niet mee eens.
De ACLU oordeelde dat een organisatie weliswaar een dresscode mag hanteren, maar dat er geen onderscheid gemaakt mag worden op basis van geslacht. Want dat is discriminatie. Een medewerker mag dus niet verplicht worden om te kiezen tussen een mannelijk of vrouwelijk uniform. Dit betekent dat zij het recht hebben om kledingstukken met elkaar te combineren. Hetzelfde geldt voor de regels rondom uiterlijke verzorging.
Het verschil tussen rechten voor kinderen en volwassenen
Sinds de uitspraak van de ACLU in 2021 zijn er een aantal zaken veranderd op het gebied van dresscodes. Niet alleen Alaska Airlines, maar ook vele andere luchtvaartmaatschappijen hebben hun regels herzien. En dat zie je ook in andere branches. Het vasthouden aan gendergerichte voorschriften is nu eenmaal niet meer van deze tijd.
Het is daarom ook niet zo gek dat deze discussie de laatste jaren steeds vaker wordt gevoerd rondom schooluniformen. Kinderen zijn zich meer dan ooit bewust van genderrollen, discriminatie en hun rechten. Toch mag een kind wél verplicht worden om een rok te dragen, en wordt de mening van andere meisjes hierin meegewogen. Maar wanneer een non-binair persoon zich gediscrimineerd voelt, kan het beleid van de gehele organisatie worden herzien. En laten we niet vergeten dat het in beide gevallen enkel gaat om het schrappen van één regel. Dat is alles.
De gevolgen van discriminerende schooluniformen
Voorstanders van gendergerichte schooluniformen zeggen vaak dat het een manier is om een kind normen en waarden bij te brengen. Zodat ze op deze manier leren zich te conformeren aan een gemeenschap. Maar daar ligt juist het gevaar op de loer. Uit onderzoek is gebleken dat discriminerende dresscodes op scholen nadelige invloed kan hebben op met name LGBTQIA+ leerlingen. Dit klinkt misschien als een kleine groep, maar in Nederland alleen al gaat dit om 18 % van de bevolking, wat 2,7 miljoen mensen betreft.
Door bij dresscodes een onderscheid te maken tussen meisjes en jongens wordt er, zo blijkt uit het onderzoek, weinig ruimte gegeven voor persoonlijke identiteit. Men leert hierdoor dat het geslacht het uiterlijk bepaalt, inclusief het gedrag en de consequenties hiervan. Want, zoals eerder genoemd, moet een meisje in een rok letten op haar bewegingen. Wanneer zij dit niet doet, krijgt zij afkeurende blikken en wordt haar geleerd om hier rekening mee te houden. Zij moet rekening houden met wat anderen van haar vinden en dat zij aan deze verwachtingen moet voldoen. Jongens daarentegen hebben hier geen last van.
Bij zwarte meisjes is het schooluniform om deze reden nog vaker een probleem, blijkt uit Amerikaans onderzoek. Omdat de meisjes op jonge leeftijd vaak eerder rondingen hebben, worden zij sneller aangesproken op hun gedrag wanneer zij een rok dragen. Indien de rok voor hen een verplicht onderdeel is van het schooluniform, ontkomen zij hier dus niet aan. Zij leren dat hun uiterlijk kan ‘afleiden’ en dat zij zich daarom moeten bedekken. Hierdoor leren ze dat zij verantwoordelijk zijn wanneer jongens hen lastigvallen, terwijl ze geen andere keuze hebben dan dit te ondergaan. Zo leren kinderen dat het uiterlijk van een meisje belangrijker is dan wat zij denkt, aldus de onderzoekers.
Kwestie van tijd
In tegenstelling tot een volwassene, die een klacht indient en eventueel een andere baan zoekt, heeft een kind helaas minder keuzevrijheid. Zij moeten naar school en als ze worden lastiggevallen en leren dat dit komt door hun uiterlijk, wordt de schuld dus bij hen neergelegd. Met alle gevolgen van dien.
Gelukkig is de jeugd een stuk mondiger en bewuster dan vroeger. Ik verwacht dan ook dat dit op termijn zal veranderen. Want de huidige jeugd is de onderwijzer van de toekomst. Laten we hopen dat zij hiervan geleerd hebben – en zo niet, de onderzoeken een stukje serieuzer nemen dan dat nu wordt gedaan.
groetjes,
Aileen