Waarom de overheid zich moet bemoeien met dameswerkkleding

“Veel risico-inschattingen en maatregelen zijn nog gebaseerd op de ‘standaard’ volwassen, witte man,” schrijft Kim Putters. Hij is voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER) en deed deze uitspraak in zijn adviesrapport aan staatssecretaris Participatie en Integratie, Jurgen Nobel. In het rapport noemt Putters, zelf ook een witte man, dameswerkkleding als één van de aandachtspunten voor de toekomst.

Het klinkt wellicht gek. Waarom zou een adviesorgaan de overheid moeten attenderen op werkkleding? Dit bestaat toch al lang? En toch trekken wereldwijd steeds meer overheden zelf aan de bel wanneer het gaat om beschermende kleding voor dames.

Waarom de overheid zich moet bemoeien met dameswerkkleding
Foto: Ascel Kadhem – Unsplash

Putters legt vinger op de zere plek

Het 108 bladzijde tellende adviesrapport werd op 28 mei jl. op de website van SER gelanceerd. Hoewel dameswerkkleding in het rapport slechts in een enkele zin werd benoemd, kreeg het wel een plek in het bijbehorende nieuwsbericht. En zo namen mediakanalen dit nieuws over. Jawel, er moest aandacht komen voor dameswerkkleding. In het journaal werd ook nog snel benoemd dat Defensie bezig is met een scherfvest voor dames om de kijkers alvast gerust te stellen. Want zo slecht zijn we niet bezig in Nederland.

Dit klopt ook, Defensie is goed bezig met het scherfvest voor dames. Maar het is een tendens die ik de afgelopen jaren vaker zie in het nieuws. Wanneer er wordt gesproken over beschermende dameswerkkleding, haasten we ons om te laten zien welke organisaties hier allemaal goed mee omgaan. Ja, dat is allemaal heel goed, maar hiermee wordt het daadwerkelijke probleem onder het tapijt geschoven. En dat is het feit dat de mindset van menig Nederlander op dit gebied nog steeds wat achterloopt. Met als gevolg dat vrouwen minder veilig zijn op de werkvloer dan hun mannelijke collega’s.

Putters legt de vinger dan ook op de pijnlijke plek met zijn uitspraak over witte mannen. En dat is in een wereld die juist door deze mannen wordt gedomineerd een krachtig statement. Maar ook simpelweg een feit.

Steeds meer overheden bemoeien zich met dameswerkkleding

In Nederland zijn we niet de eersten waarbij het thema dameswerkkleding op de agenda van de overheid is beland. In Engeland deden ze vijftien jaar geleden al een subtiele poging met de invoering van de Equality Act 2010. Dit pakket met regels en richtlijnen moest iedere vorm van discriminatie, waaronder genderdiscriminatie, voorkomen. Maar aangezien er niet letterlijk in het document staat dat vrouwen recht hebben op dameswerkkleding, was dit niet effectief genoeg. Uit onderzoek aan de National Association of Women in Construction Yorkshire blijkt dat in 2023 zo’n 60% van de werkgevers in de bouw geen PBM’s of werkkleding verstrekt die zijn gemaakt voor het vrouwelijk lichaam.

Het ging immers om regels, maar zonder wettelijke consequenties. En dus overweegt de politiek om werkgevers in de bouw verplicht te stellen om beschermende middelen voor vrouwen aan te bieden. 

Een soortgelijke ervaring hebben ze ook in Amerika, maar dan met het vrouwelijke kogelvrije vest. In 2012 werd deze binnen het Amerikaanse leger geïntroduceerd omdat het model voor de heren niet goed aansloot en hierdoor niet goed beschermde bij de dames. Maar zelfs nu deze beschikbaar was, ontvingen de vrouwen alsnog een model dat gemaakt was voor mannen. Het gevolg was dat er in 2020 een speciale wet werd aangenomen waarin staat dat de vrouwen recht hebben op een kogelvrij vest dat gemaakt is voor hun lichaam. Ook is Defensie verplicht om bij te houden welke verwondingen vrouwen oplopen als gevolg van slecht zittende middelen.

 

Geen woorden, maar daden

In Amerika hebben ze inmiddels ook de normen in de bouw aangepast zodat vrouwen recht hebben op passende beschermingsmiddelen. De Occupational Safety and Health Administration (OSHA), de organisatie die de normen ontwikkeld op het gebied van veilig op het werk, hoefde hiervoor slechts één regel aan te passen. Eerder stelde regel 1926.95(c) dat PBM “veilig moet worden ontworpen en geconstrueerd voor het uitgevoerde werk”. Vanaf 11 januari jl. moeten werkgevers “PBM selecteren die goed bij elke getroffen werknemer past”.

Het voordeel van de regels van OSHA is dat bedrijven verplicht zijn om zich hieraan te houden. Wanneer regels niet worden nageleefd, kunnen er boetes worden opgelegd van tienduizenden tot honderdduizenden dollars. 

In New Ontario, een provincie in Canada, vonden ze al die regels voor specifieke branches niet voldoende. Daar hebben ze sinds eind 2024 een wet ingevoerd die alle bedrijven in de provincie verplicht om werkkleding en PBM’s aan te bieden die gemaakt zijn voor het vrouwelijk lichaam. 

Het moge duidelijk zijn dat de overheid een belangrijke rol speelt wanneer het gaat om beschermende kleding en PBM’s voor vrouwen. Want ondanks dat diverse onderzoeken hebben aangetoond dat passende werkkleding een belangrijke tool is om vrouwen aan te trekken en te behouden in de techniek en ze comfortabel en productief te laten werken, blijkt dit nog steeds onvoldoende reden voor werkgevers om actie te ondernemen. Dit geldt trouwens niet alleen voor de bouw en de techniek. Uit Brits onderzoek is gebleken dat vrouwen in slechts 2 van de 25 branches altijd werkkleding krijgen die gemaakt is voor hun lichaam. In de andere 23 branches is dat niet of soms beschikbaar.

 

Werkgevers en winkels

Het is lang niet altijd met kwade opzet, maar wel vaak te wijten aan het feit dat de wereld is gemaakt voor de “witte, volwassen man”, zoals Putters benoemt. Recent had ik nog een dame van een internationaal bedrijf aan de telefoon. Ze vertelde dat ze al jaren bezig was om dameswerkkleding in te voeren zodat de vrouwen binnen het bedrijf niet meer een herenmodel hoefden te dragen. Ze werkten immers met machines en passende, beschermende kleding was geen overbodige luxe. Maar het hogere management kon ze maar niet overtuigen. Ze konden maar niet begrijpen waarom dit nodig zou zijn.

En kun je je nog herinneren dat ik in 2022 twee artikelen schreef over dameswerkkleding in de vier grootste Nederlandse bouwmarkten? De inkoper van Praxis dacht dat vrouwen alleen een andere lengtemaat nodig hadden, maar begreep verder niet waarom een andere pasvorm nodig was. Bij Gamma en Karwei werd het afgedaan als ‘geen prioriteit’ en Hornbach zei open te staan voor uitbreiding van het (online) assortiment. De enige 2 damesbroeken die ze destijds in het assortiment hadden, zijn inmiddels niet meer beschikbaar, zo valt te lezen op de website.

Toen ik een mannelijke accountmanager aan de lijn kreeg van AB Safety, een bedrijf dat veel werkkleding levert aan bouwmarkten, werd er aangegeven dat er inderdaad meer aandacht moest komen voor dameswerkkleding. Tegen het einde van het gesprek werd nog wel genoemd dat het, naast het comfort voor de dames, fijn was voor mannen om te kunnen kijken naar vrouwen die mooie werkkleding droegen.

 

Waarom de overheid zich moet bemoeien met dameswerkkleding

Dus waarom moet de overheid zich bemoeien met dameswerkkleding? Simpelweg omdat nog te weinig werkgevers zich bewust zijn, of willen zijn, van het feit dat we niet allemaal witte mannen zijn. Of, zoals Elanor Boekholt-O’Sullivan, plaatsvervangend directeur-generaal Beleid bij Defensie, zo treffend heeft gezegd: we zijn niet ‘one of the guys’. We zijn ‘one of the girls.’

Beste vrouwen en zoons van vrouwen, het wordt tijd dat bescherming op de werkvloer serieus wordt genomen. Niet alleen voor diegenen die toevallig die ene maat passen, maar voor iedereen.

Groetjes,

Aileen  

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

CommentLuv badge