Wanneer tranen de dresscode wegspoelen

Vandaag even geen artikel met tips over zakelijke kleding, nieuwsberichten, onderzoeken of trends. In dit artikel spreek ik recht vanuit mijn hart. Over iets wat mij de afgelopen periode, en met name deze week, veel bezig heeft beziggehouden. Omdat ik het kwijt moet, omdat ik het op moest schrijven. En omdat ik het met jou wil delen.

 

Wanneer tranen de dresscode wegspoelen

 

Terwijl ik een slok van mijn rode wijn neem, kijk ik om mij heen. Gesprekken die laat in de avond of nacht plaatsvinden, dat zijn altijd de beste. De stilte om je heen, het donker dat de ruimte vult. Vol kalmte, vol rust. Mijn ogen vallen op het donkerblauwe pak dat achter hem hangt. Met een hanger aan de kast, bijna onzichtbaar in het donkere schemerlicht van de kamer. Ieder ander zou het niet zijn opgevallen. Hij hangt daar met een reden.

 

Die dinsdag

Ik sta op en loop langs de tafel naar de kast toe. Even sta ik stil voor het pak en raak hem met mijn vingers voorzichtig aan. Dit is een pak dat niet vaak wordt gedragen. Ik zie het, ik voel het. Hij straalt het uit. ”Ga je hem dinsdag dragen?” vraag ik hem. ”Ja”, zegt hij resoluut. Opnieuw glijden mijn ogen langs de stof en voorzichtig open ik het jasje. Oger staat er met sierlijke letters in. ”Hij is ooit voor mij op maat gemaakt” zegt hij kalm terwijl hij mij het pak ziet onderzoeken. ”Ik wilde nog je mening horen”. Er gaat een siddering door mijn lichaam. Hoe moet ik hier een mening over hebben? De donkere kleur is net zo treurig als de gelegenheid. Het kritische oog heeft plaatsgemaakt voor een gevoel van verslagenheid, machteloosheid. Ik weet niet of ik hier een mening over wil hebben. Of ik het wel kan.

Hij staat op en loopt de slaapkamer in. Terwijl ik naar het pak staar hoor ik hem terug de woonkamer in lopen. ”Deze wilde ik erbij dragen” zegt hij terwijl ik zie hoe er een wit overhemd naast het pak wordt gehangen. Daar hangen ze naast elkaar, troosteloos en formeel. De ruimte vult zich opnieuw met een donkere stilte terwijl we samen naar de kleding staren. Dan pakt hij er een tweede overhemd bij. Lichtpaars met wit, geblokt. Hij hangt hem achter de witte. Dat zegt mij al genoeg. Hij twijfelt, en ik ook. Hij gaat aan tafel zitten en schenkt zijn glas weer vol. Ik voel hem naar mij staren. Maar ik weet het ook niet. ”Hij houdt van kleur, dat stond op de kaart” zeg ik terwijl ik hardop nadenk. Hij knikt. ”Zelf draagt ze een jumpsuit met gekleurde bloemen en haar zus zal ook zo iets dragen, dat vertelde ze mij,” hoor ik hem zeggen.

 

Ik heb je gemist

Mijn geest is bedwelmd door de donkerrode wijn die we die avond hebben gedronken. Ik denk weer aan hoe ik die middag bij haar aankwam. Eindelijk kon ik haar weer in mijn armen sluiten. Terwijl ik het keukenblad vulde met de bakken ijs en fruit die ik had gekocht, maakte mijn hart een sprongetje. Ik was blij om haar eindelijk weer te zien. Ik had haar met beide armen vastgepakt en dicht tegen mij aangedrukt. ”Ik heb je gemist,” had ik in mijn vreugde gezegd. ”Ik jou ook,” zei ze met dezelfde vrolijke, herkenbare stem.

De blijdschap, de liefde. Ik voelde het door mijn lichaam stromen en tegelijk schrok ik van mijn gevoel. Hoe kan dit zo hetzelfde voelen terwijl het niet meer hetzelfde is? Ik liet haar los en keek haar aan. Ze glimlachte. ”Zo fijn dat je er bent,” zei ze. ”Maar het voelt zo raar om blij te zijn nu,” vulde ik meteen aan. Haar lichtblauwe ogen keken mij aan en in een fractie van een seconde viel er een stilte. ”Ja,” zei ze, en draaide vervolgens haar hoofd naar het keukenblad. ”Doe jij het ijs in de bakjes? Dan snij ik het fruit.”

Zodra er een das wordt opgehangen schrik ik weer wakker uit mijn dagdroom. ”Ik denk dat ik deze blauwe erbij ga dragen,” zegt hij vastbesloten. Ik staar naar de diagonaal gestreepte das die nu over het witte overhemd hangt. ”Ik vind hem te formeel, politiek bijna,” hoor ik mijzelf zeggen. Naast mij ploft er een stapel dassen op een kruk. Meteen valt mijn oog op een donkerrode das met een subtiel, gestippeld patroon. ”Deze is gekleurd en ze is dol op stippen. En hij is mooi!” zeg ik enthousiast tegen hem. ”Ik weet het niet,” zegt hij.

Ik weet het al anderhalve week niet meer, bedenk ik mij. Die keren dat ze aan de telefoon vroeg hoe het met mij ging, kon ik dan wel over mijzelf praten? Wanneer praatte ik dan te lang over mijzelf? Want wie ben ik met mijn verhalen ten opzichte van haar situatie? Zij was zich aan het voorbereiden op een groot verlies. Ze wist dat het ging komen. En toen ik het nieuws dinsdagochtend hoorde, toen sloeg de twijfel pas echt toe. Moest ik bloemen opsturen? Had ik ze langs moeten brengen? Een kaart met sterkte? Het hoort wel, maar het voelde niet goed. Ik wilde gewoon even bij haar zijn, met haar praten. Het volle aanrecht met fruit en ijs schiet weer door mijn hoofd en het gevoel van machteloosheid wordt sterker. Ze is dol op fruit en dus had ik dat gehaald. Samen met ijs, om er iets lekkers van te maken.

 

Kobalt blauw

Maar had ik dat wel moeten doen? Was dit wel het juiste? Ik had het er eerder nog met hem over gehad. Hij wist ook nog niet wat hij wilde doen. Wat doe je als vrienden op zo’n moment? En nu staan we hier samen te staren naar een pak, overhemden en dassen. En lijken we beiden geen keuze te kunnen maken.

Ik loop weer terug naar de tafel en ga zitten. Opnieuw valt er een stilte. Ik pak mijn glas rode wijn, neem een slok en kijk hem aan. ”Ik weet het niet. Maar ik heb ook een blauw pak. Wel iets feller, meer kobalt blauw. Zal ik die aantrekken? Dan lopen we in ieder geval samen in een blauw pak”. Hij kijkt mij doordringend aan. ”Ja, en dat zal je ook mooi staan.”

 

Dit verhaal draag ik op aan Anouk, mijn lieve vriendin die afgelopen dinsdag haar vader op jonge leeftijd heeft verloren. Haar eindeloze optimisme, haar energie en openheid inspireren mij dagelijks om verliefd te blijven op het leven. Ook al is het leven niet altijd even lief voor ons. 

Eén reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

CommentLuv badge