”Werkkleding ontwerpen werkt heel anders dan mode”

Ondanks dat velen zijn kleding dragen, is zijn naam niet zo bekend. Ik heb het over werkkledingontwerper Bas van Wayenburg. Medewerkers van de ANWB en Roompot, bewakers van DJI (Dienst Justitiële Inrichtingen), cabinepersoneel van Transavia en Staatsbosbeheer. Het zijn slechts enkele bekende bedrijven die worden aangekleed door Van Wayenburg. Want de lijst is nog veel langer. 

Maar hoe gaat het ontwerpen van bedrijfskleding eigenlijk in zijn werk? Wat zijn de verschillen met het ontwerpen van mode en waarom heeft hij voor dit vak gekozen? Op zijn kantoor in Amsterdam mocht ik hem alles vragen. Het werd een fijn en openhartig gesprek over passie, het hebben van een lange adem en hoe het is om dagelijks met amateurs te werken.

Bas van Wayenburg
Bas van Wayenburg achter zijn computer, kijkend naar de collectie voor Staatsbosbeheer die hij heeft ontworpen

Ik weet dat er weinig freelance ontwerpers zijn op het gebied van bedrijfskleding. Hoe ben jij hierin terecht gekomen?

”Ik ben oorspronkelijk opgeleid als couturier maar kwam als snel terecht in de confectie. Ik heb vijftien jaar in de herenmode gewerkt. Eerst in vaste dienst, daarna als freelancer. Ik hielp twee keer per jaar mee met het ontwerpen van collecties in het hogere segment. Denk aan merken zoals Dimaggio en King shirts, destijds sub-merken van McGregor. Het was leuk om te doen, maar in de mode gaat alles heel snel. Het is natuurlijk ook verre van duurzaam.

Vanaf 1996 kwam ik door toeval in de bedrijfskleding terecht. Het klinkt in de kroeg misschien wat minder sexy, maar ik vind het onwijs leuk en boeiend om te doen. Projecten duren gemiddeld anderhalf jaar en je ontwikkeld kleding die vervolgens zeker vijf jaar lang dagelijks wordt gedragen. Dat geeft mij veel meer voldoening dan het ontwikkelen van een modecollectie.”

Werkkleding ontwerpen werkt heel anders dan mode
De kantoorruimte van Bas van Wayenburg
Bas van Wayenburg
Bas van Wayenburg aan het werk

Hoe kom je eigenlijk aan dit soort opdrachten?

”Omdat ik binnen de bedrijfskleding best bekend ben, word ik vaak uitgenodigd wanneer een bedrijf nieuwe werkkleding wil. In een enkel geval worden er ook andere ontwerpers uitgenodigd en moet iedereen een pitch doen. Ik ben daar geen fan van. Het kost veel tijd, geld en energie terwijl men uiteindelijk vaak alleen naar het uiterlijk kijkt. Het gaat dan om de vraag of iemand iets wel of niet mooi vindt. Terwijl er veel meer komt kijken bij werkkleding dan enkel de uitstraling.” 

 

En hoe gaat het ontwerpproces dan in zijn werk?

”Als eerste kijk ik naar de functionele kant van de kleding. Ik loop een paar dagen mee met de medewerkers en kijk goed wat ze doen, hoe ze bewegen en praat natuurlijk veel met ze. Ook let ik op wat ze bij zich dragen. Ze moeten spullen natuurlijk goed kunnen opbergen in hun kleding, zonder dat het in de weg zit.

Vaak wordt er een klankbordgroep opgezet. Daarin zitten verschillende dragers en samen met hun kom ik dan uiteindelijk tot een ontwerp. Dat zijn altijd spannende en leuke processen, ik hou ervan!”

Uniform Transavia
Uniform voor Transavia

Het lijkt me wel lastig om voor zo’n grote groep kleding te ontwerpen. Want iedereen heeft er weer een ander idee over wat mooi is…

”Tja, dit werkt natuurlijk heel anders dan in de mode. Je werkt bijvoorbeeld veel met de huiskleuren van een bedrijf, want dat is belangrijk voor de uitstraling. Regelmatig moet je daar ook extra kleuren aan toevoegen zodat je de kleding onderling kunt combineren. Want het moet wel een mooi geheel vormen. Soms moeten mensen daaraan wennen. Daarnaast moet je ook rekening houden met kosten en duurzaamheid. Het is daarom ook een langdurig proces. Heel veel mensen realiseren zich niet hoe complex het is om zo’n kledinglijn te ontwikkelen.

Zodra er consensus is over wat we gaan dragen, dan moeten we het gaan maken. Te beginnen met patronen in alle maten. Dat is best een ingewikkeld proces, want iedereen moet de kleding kunnen dragen. Ik zeg altijd ”Asterix en Obelix moeten er ook allebei in passen!” De productieprocessen van de materialen en alle verschillende fournituren nemen ook veel tijd in beslag.

Daarnaast is een draagproef noodzakelijk, zo kom je erachter wat wel en niet werkt en kan je de kleding nog beter maken. En zo kan ik nog wel even doorgaan… Maar dat overzien de medewerkers in het begin nog niet. Eigenlijk werk ik de hele dag met amateurs! Haha. Met het team realiseren we vaak achteraf pas wat we hebben gepresteerd. Dat is dan zo mooi om te zien.”

 

Er ligt dus een grote verantwoordelijkheid op je schouders. Dan heb je dus veel kennis nodig.

”Dat klopt, in de mode werk je met een team experts. Iedereen heeft verstand van een bepaald onderdeel en gezamenlijk maak je een collectie. Als freelance ontwerper op het gebied van bedrijfskleding ben ik vooral zelf aan zet. En het klopt, je moet een hoop weten. Wanneer de kleding gemaakt gaat worden, dan kom ik de experts wel weer tegen gelukkig.”

Ik kijk om mij heen en zie talloze boeken, rekken met stoffen, garen en dozen vol met accessoires liggen.

''Werkkleding ontwerpen werkt heel anders dan mode''

Is dit jouw manier om bij te blijven? Door veel te lezen en te bekijken?

”Het is heel belangrijk in mijn werk dat ik weet wat er speelt. Ik lees veel boeken over duurzame mode, maar ook biografieën van oprichters van bekende modemerken. Daarnaast bezoek ik regelmatig stoffenbeurzen, op zoek naar nieuwe materialen en contacten met leveranciers. Ik vraag regelmatig of ze mij stoffen willen toesturen en soms doen ze dat ook uit zichzelf.

Er zijn tegenwoordig steeds meer technologieën die worden toegepast om stoffen duurzamer, soepeler en sterker te maken. En daar moet ik van op de hoogte blijven zodat ik bij nieuwe collecties een goed advies kan geven aan de klant.”

 

Is er veel behoefte aan duurzame bedrijfskleding?

”Ja, zeker. Ik kom steeds meer klanten tegen die écht duurzaam en verantwoord willen produceren. Heel belangrijk in het ontwerpproces is dat ik eerst ga kijken hoe we het kledingstuk kunnen recyclen. En er zijn nieuwere materialen beschikbaar zoals Tencel®. Tencel® is de bekendere merknaam van het materiaal lyocell, een natuurlijke kunstvezel die afkomstig is van houtpulp van o.a. eucalyptusbomen. In het productieproces worden aanzienlijk minder chemicaliën en water gebruikt. Bovendien is het een hele comfortabele en sterke stof. Door het op de juiste manier te wassen ontlast je het milieu en bespaar je geld. En zo kan ik -alweer- wel even doorgaan… hahaha.”

 

Wat zou je de mensen die bedrijfskleding dragen of laten maken willen meegeven?

”Mensen denken vaak dat ontwerpen van werkkleding puur en alleen gaat om de creativiteit. Maar het is zoveel meer. Het maken van kleding is mensenwerk! Iemand heeft jouw kledingstuk met de hand gemaakt, daar mag je wel wat meer waardering voor opbrengen. Ik ben opgevoed met ‘duurkoop is goedkoop’. Zorg dat je een goede koop doet in plaats van de laagste prijs te betalen, ga voor kwaliteit in plaats van wegwerp. Dan bespaar je uiteindelijk geld en spaar je de planeet.”

En daar sluit ik mij helemaal bij aan. Zoals je hebt kunnen lezen is het ontwikkelen van werkkleding een belangrijk, bijzonder én tijdrovend proces. Daar mag best wat meer aandacht aan worden geschonken.

Groetjes,

Aileen

2 reacties

  1. Leuk om hier meer te lezen over het ontwerpproces van bedrijfskleding. Ik kan mij voorstellen dat er veel regels aan te pas komen! Ik geloof ook dat er in de toekomst nog meer vraag komt naar gepersonaliseerde kleding en werkkleding.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

CommentLuv badge